Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Een dag op een leefgroep

Een kijkje binnen

Groepsleider Ana neemt je mee in de dagelijkse gang van zaken op haar afdeling.

In elke stap die onze patiënten binnen de Van der Hoeven Kliniek zetten, worden ze bijgestaan door onze sociotherapeuten. Elke dag wordt er zo hard gewerkt voor en aan het herstel van patiënten. Maar hoe ziet het dagelijkse leven er op de leefgroep eigenlijk uit? Groepsleider Ana, vier jaar werkzaam bij de Van der Hoeven Kliniek, neemt je mee in de dagelijkse gang van zaken op haar afdeling.   

Structuur
‘Om zeven uur draai ik de kamerdeuren open,’ vertelt Ana. Op elke leefgroep staat overdag een sociotherapeut. Elke patiënt heeft in de Van der Hoeven Kliniek een eigen kamer. Binnen één leefgroep zijn er ook verschillende gemeenschappelijke ruimtes, zoals de woonkamer en de keuken. Dit biedt patiënten de nodige structuur. Op deze manier kunnen ze ook hun vaardigheden oefenen, kan hun gedrag worden geobserveerd en leren ze hoe het er in de samenleving aan toegaat.

Een vol programma
Op de leefgroep wordt verwacht dat je overdag het programma volgt. Dit houdt niet alleen werk in op bijvoorbeeld de hout- of metaalwerkplaats, maar patiënten kunnen ook creatieve vakken volgen zoals beeldhouwen, schilderen, drama, textielvaardigheden; ze kunnen bij Onderwijs diploma’s behalen; volgen intensief therapiesessies; en bij sommige patiënten zitten daar rusturen tussen omdat dat beter voor de patiënt is. ‘De insteek is wel dat elke patiënt een zo vol mogelijk programma volgt op een week. Daar werken we zo hard mogelijk naartoe,’ vertelt Ana.

Iedereen is mede verantwoordelijk voor de veiligheid. Dat maakt dat de kamerdeuren open kunnen blijven.

Groepstaak
Wanneer patiënten dan ’s avonds van hun dagprogramma terugkomen moeten zij vaak nog een groepstaak vervullen. Sommigen koken of poetsen, anderen moeten naar groepsbehandeling en -gesprekken. ‘Als groepsleider moeten wij die gesprekken ook voorzitten en onderhouden. Ook regelen wij praktische en administratieve zaken: als iemand bijvoorbeeld een verlofaanvraag heeft geschreven, kijken we daar kritisch naar. We kijken mee naar de financiën van patiënten, doen driemaandelijkse evaluaties om te kijken hoe het met de behandeldoelen staat. Ook vervullen we een sterk begeleidende rol om te kijken of patiënten bijvoorbeeld een conflict goed kunnen uitpraten met elkaar.’

‘Bij de leefgroep ligt er veel verantwoordelijkheid bij de patiënt: zij moeten zich zelfstandig goed kunnen redden, en ze moeten in het oog houden wanneer het met een groepsgenoot niet zo goed gaat. Iedereen is mede verantwoordelijk voor de veiligheid. Dat maakt dat de kamerdeuren open kunnen blijven.’